maandag 25 april 2016

Witte Lotus-editie 2016





--------------------------------------------------------------------- 

Inhoudsopgave


Witte Lotusdag – een gedenk dag- (door John Algeo)                                   
             
Lotus van het Hart (De Tibetaan- Alice A. Bailey)                                             

Tekst uit ‘De Stem van de Stilte’ ( H. P. Blavatsky )                                                                    
Uit ‘Het Licht van Azië’  (Sir Edwin Arnold)                                                                                                        
Devachan en kâmaloka/Het astrale-prâna en de linga sharira (HPB)          
                                       
De Plechtige Boodschap van een Adept (Paul Brunton)                                                                                   

Doeleinden van de Theosofische Vereniging                                                                                      

------------------------------------------ 

WITTE LOTUSDAG

Witte Lotusdag is een datum op de kalender,
maar het is ook een heilig tijdstip.
Een gedenk dag

De datum 8 mei op de kalender herinnert ons er als Witte Lotusdag aan dat H. P. Blavatsky (H.P.B.) op die dag is overgegaan van het verdriet, de pijn en de bezoekingen van deze wereld naar een toestand van hoger leven, licht en liefde.

De verjaardag van de dood van HPB werd benoemd, door haar theosofische tweeling, Henry S. Olcott. De kolonel vermeldt de oorsprong van de herdenking in Oude Dagboekbladen (IV. 26, pp 452-4):
‘Daar wij de verjaardag van de dood van HPB nu al acht jaar gedenken, en daar de ceremonie ongetwijfeld zal worden voortgezet, is het misschien wel zo goed om de inhoud vast te leggen van de Executive Notice van 17 april 1892, die leidde tot het herdenken van de gebeurtenis. Deze bevatte de volgende tekst: “In haar laatste wil gaf H. P. Blavatsky haar wens te kennen dat jaarlijks, bij de verjaardag van haar dood, een aantal vrienden ‘bijeen zou komen in het hoofdkwartier van de Theosophical Society en ene hoofdstuk zou (voor)lezen uit Het Licht van Azië en (uittreksels uit) de Bhagavad Gita’; en daar het passend is dat overlevende collegae de herinnering fris zouden houden aan haar dienstbetoon jegens de mensheid en haar toegewijde liefde voor onze Society, suggereert ondergetekende dat de verjaardag bekendheid geniet als Witte Lotusdag, en geeft hij de volgende officiële order en aanbeveling: 


‘1. Om 12 uur op 8 mei 1892 en op dezelfde dag van ieder volgend jaar zal er een herdenkingsbijeenkomst gehouden worden in het hoofdkwartier, waarbij uittreksels uit bovenvermelde werken (voor)gelezen worden en korte voordrachten gehouden worden door de voorzitter van de bijeenkomst en anderen die dat graag zouden willen.

2. Uitdeling van voedsel zal uit haar naam plaatsvinden aan de arme vissers van Adyar en hun gezinnen.

3. De vlag zal halfstok hangen van zonsopgang tot zonsondergang en de Convention Hall zal versierd worden met witte lotusbloemen.

4. Leden die buiten Madras wonen kunnen afspraken over hun eten maken door zich tenminste één week tevoren aan te melden bij de Recording Secretary.

5. Ondergetekende doet de aanbeveling aan alles secties en afdelingen wereldwijd om jaarlijks op de verjaardag bijeen te komen, en op een eenvoudige, onsektarische en toch waardige wijze, waarbij alle slaafse verering en loze complimentjes vermeden worden, het algemene gevoel van liefdevolle eerbied tot uitdrukking te brengen voor haar die ons het charter bracht van ‘het steile pad dat leidt tot de toppen van kennis’. Kopieën hiervan werden terstond gestuurd naar de hoofdkwartieren in Londen en New York, vandaar verspreid over de afdelingen en nu neem ik aan dat ieder van ons honderden afdelingen wereldwijd jaarlijks de herinneringen aan het karakter en het dienstbetoon van HPB ophaalt.’ 

Dat is de betekenis van die datum op de kalender. Het is een tijd van herdenken, wanneer theosofen wereldwijd de prestaties, het karakter en het dienstbetoon van H.P. Blavatsky gedenken.

(uit de "Theosofia"-nr 2- april 2009- door John Algeo)
  

---------------------------- 

Lotus van het Hart



Ik ben de Lotus van het Hart.

De parfum van het hart moet

de lucht rondom mij vervullen

en rust schenken aan mijn medemensen.


Mr. Djwhal Khul
uit: Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, deel I, blz. 501
van Alice A. Bailey


----------------------------------------- 

Uit: STEM VAN DE STILTE
blz. 32/33


U kunt op deze ‘dag’ uw kansen scheppen voor uw toekomst.

Tijdens de ‘grote reis’ brengen de oorzaken, elk uur gezaaid, ieder haar oogst van gevolgen voort, want in deze wereld heerst strikte rechtvaardigheid.

Met de machtige beweging van haar nooit-dwalende werking brengt ze aan stervelingen levens van geluk of tegenslag, het karmische kroost van al onze vroegere gedachten en daden.

Neem dan zoveel als u door uw verdiensten toekomt, u met een geduldig hart.
Houd moed en wees tevreden met uw lot.

Dat is uw karma, het karma van de kringloop van uw geboorten, het lot van hen die in hun pijn en verdriet tegelijk met u worden geboren, zich verheugen en tranen vergieten van leven tot leven, geketend aan uw vroegere daden.

Handel ‘vandaag’ voor hen, dan zullen zij ‘morgen’ voor u handelen.

HPB
 
Het Pad


 ----------------------------------------------------------------
Het Licht van Azië



Een van de favoriete boeken van Helena Blavatsky was het boek ‘Het Licht van Azië’ (Sir Edwin Arnold) met ‘Het leven en Leer van Gautama Boeddha’ en zoals we in het voorgaande hoofdstuk konden lezen was het de bedoeling dat er een stukje uit gelezen werd op de sterfdag van haar. Het was onderdeel van haar geestelijke erfenis. We lezen: “In haar laatste wil gaf H. P. Blavatsky haar wens te kennen dat jaarlijks, bij de verjaardag van haar dood, een aantal vrienden ‘bijeen zou komen in het hoofdkwartier van de Theosophical Society en een hoofdstuk zou (voor)lezen uit Het Licht van Azië  (...) “.

~ * ~



Uit: Het Licht van Azië - blz. 154/15

Ik, Boeddha, die met al mijn broeders weende,
                                        Wiens hart brak onder ’t grote wereldleed,
Lach nu en jubel hoog, want er is Vrijheid.
O, gij beproefden, weet
Dat door uzelf gij lijdt, en niemand anders
U dwingt, dat gij tot leven komt en dood,
En wentelt met het wiel, en kust en liefkoost
Die spaken van de nood,
Die velg van tranen, naaf van nietigheid.
Dit zeg ik: dieper dan de hel, ’t gewelf
Des hemels en de verste ster voorbij
Verder dan Brahma* zelf
En voor ’t begin nog, zonder einde, eeuwig
Als ruimte, leeft een goddelijke macht
In zekerheid en rust; Zij dwingt tot hoger.
Haar wet alleen heeft kracht.
-------
* Hoger dan de scheppende Brahma is nog het onuitsprekelijke Brachman.

-------------------------------------------------------

Devachan en kâma loka (Energie dat op gedachte volgt)

Geheime Leer deel III,  H.P. Blavatsky (blz. 660).

Devachan is een toestand op een gebied van geestelijk bewustzijn, kâma loka is een plaats van fysiek bewustzijn. Het is de schaduw der dierenwereld en van de instinctieve gevoelens. Als het bewustzijn over geestelijke dingen denkt, bevindt het zich op een geestelijk gebied.
Wanneer iemands gedachten zich met de natuur, bloemen, enz. bezig houden, is het bewustzijn op het stoffelijk gebied. Doch wanneer onze gedachten bij eten, drinken, enz. is en bij de hartstochten vertoeven, is het bewustzijn op het kâmalokisch gebied, dat het gebied van louter instincten is.






Het Astrale- prâna en de linga sharira (hoe ‘leven’ we?)

(HPB, GL III, blz. 658-659)

Het astrale onderhoudt het leven, het is de voorraad of de spons van het leven, die het uit alle natuurrijken om zich heen verzamelt en is de middelaar tussen de rijken van het pranische en het stoffelijke leven. Het leven kan niet rechtstreeks van het subjectieve* tot het objectieve** komen, want de natuur gaat geleidelijk door elke sfeer heen. Daarom is het linga sharira de middelaar tussen prâna en ons stoffelijk lichaam en pompt het ’t leven in.

*subjectieve gebied is het fijnstoffelijke gebied
**objectieve gebied is het stoffelijke gebied (ook wel gebied van de verschijnselen genoemd)

 -----------------------

De Plechtige Boodschap van een Adept
(een waarschuwing)
(Uit ‘Geheim Egypte’ door Paul Brunton - gepubliceerd in 1941)
 
Tempel van Luxor (Thebe)
------------------------------------------------------------------
Paul Brunton-(21 Oktober 1898 – 27 Juli 1981)



 “ Op een dezer onderzoekingstochten ontmoette ik de man wier gesprekken ik hier aarzelend weergeef omdat ik de strekking van enige zijner beweringen niet door persoonlijk onderzoek naar waarheid kon toetsen en omdat deze beweringen onze prozaïsche eeuw misschien zullen verbazen of – wat meer voor de hand ligt – zijn incognito-naam belachelijk zullen maken en de mijne daarbij omdat ik zulke fabels over vertel. Hoe het ook zij, ik heb het voor en tegen overwogen en het pro weegt zwaarder dan het contra. Daar komt nog bij dat de persoon in kwestie er prijs op stelt dat ik deze dingen publiceer omdat hij het belang ervan voor onze tijd hoger aanslaat dan mijn afgestompt oordeel.”
----------------------------------------------------------------------

(‘Geheim Egypte’, blz. 316) De tweede ontmoeting vond stipt plaats in de ruïnes van de Tempel van Luxor. Ik zat op een lang stuk steen vol hiëroglyfen, terwijl de adept met gekruiste benen tegenover me op hetzelfde blok zat. Ik had mijn aantekenboek bij de hand, mijn pen rustte afwachtend en ik was bereid de boodschap op te schrijven op de witte blaadjes in de minder schilderachtige figuren van ons 20e eeuwse hieroglyphenschrift– de stenografie!

Re-Mek Hotep (de naam die hij opgaf die hij ooit geweest was: Ra-Mak-Hotep) liet geen tijd voorbij gaan met een inleiding maar kwam onmiddellijk met het onderwerp van zijn boodschap voor de dag.

“Diegenen die de graftomben van het oude Egypte verbraken, hebben gevaarlijke machten op de wereld losgelaten. Zowel de grafschenders van weleer als de archeologen van onze tijd hebben zonder het te weten de graven geopend van hen die de zwarte kunst beoefenden. Want in de laatste periode van de Egyptische geschiedenis was er een grote degeneratie onder de mannen, die kennis bezaten – de priesterschap -  en tovenarij en zwarte kunsten werden beoefend. Toen het witte licht der waarheid dat eertijds door de zuivere Egyptische religie straalde verduisterd werd en de walgelijke schaduwen van valse materialistische leerstellingen naar binnen slopen om de plaats daarvan in te nemen, kwam ook de aanwending der mummificatie in zwang tegelijk met al de uitvoerige plechtigheden die daarbij horen.

Maar onder de misleidende en listig verdraaide leer die deze praktijk begeleidde, was ook een element van heimelijk eigenbelang dat door middel van de balseming der lijken een lang intact gehouden materiële schakel met de materiële wereld trachtte te onderhouden.
Deze praktijk was oorspronkelijk alleen bedoeld voor de adept-koningen van Egypte’s prehistorisch gouden tijdperk en voor de hogepriesters  van hoge geestelijke orde die de ware weg tot God vormden, opdat hun stoffelijke lichamen, doordrenkt van hun heilige macht, zouden blijven voortbestaan en dienst doen als brandpunten die die macht in de wereld konden uitstralen.

Anchor-mummie- koningin Hatsjepsoet, grootste vrouwelijke farao van Egypte

Er ontwikkelde zich ook een soort voorouder-verering, waarbij de lijken uit een soort formele plechtigheid werden gebalsemd om aan de komende generaties te tonen hoe hun gestorven voorouders eruit zagen. Het was in waarheid een holle navolging van de mummificatie die in vroege tijden in Egypte werd toegepast en die diende om de heilige overblijfselen van goede koningen en priesters te bewaren.

Want in de duistere jaren die over Egypte daalden, toen het van het ware geestelijke licht beroofd was en toen de hellekrachten van de onderwereld opgeroepen werden door hen die veel kennis maar weinig mededogen hadden, toen zorgden de goed onderrichte leden van de priesterschap en de heersende klasse ervoor, dat hun eigen lijken gebalsemd werden. Dit gebeurde soms met het oog op de zwarte kunst en soms uit vrees voor de ondergang van de geest in het vagevuur, dat hem na de dood wachtte; en soms uit een onbegrepen aanpassing aan oude gebruiken. In de meeste gevallen zorgde zo iemand voordat hij stierf ervoor dat zijn graf bij zijn leven gereed was. Nadat de graftombe gereed was, riep hij een geest aan (of liet zulks doen door een priester met voldoende kennis), een kunstmatige natuurgeest die door de menselijke zinnen niet kan worden waargenomen; soms is dit een goede geest maar meestal een slechte en hij wordt opgeroepen om de mummie te beschermen en zijn graf te bewaken.

Om deze gebalsemde lijken nog op andere wijze te beschermen, werd de graftombe vernuftig en zorgvuldig verborgen en prentte men het volk in dat iedere grafschender door de geestmachten op de vreselijkste manier gestraft zou worden. Deze leer vond algemeen geloof en zodoende werden die graven lange tijd met rust gelaten. Maar met het toenemende verval van de priesterschap en de heersers vond dit bijgeloof bij het volk geen ingang meer en van die tijd af dateren de grafschenderijen en werden juwelen gestolen die bij elk mummie van belangrijke persoonlijkheid verborgen waren.

Als het gebalsemde lijk van iemand was, die enigszins op de hoogte van de magie was geweest of onder bescherming en leiding van iemand met dergelijke kennis had gestaan, dan werden geestmachten opgeroepen om die graven te beschermen en indringers te weren.

Die machten waren dikwijls heel slecht, van een dreigende en verwoestende kracht. Zij leefden in de gesloten tomben en konden duizenden jaren voortbestaan.

Vandaar dat uw archeologen die in hun onwetendheid zulke door geesten beschermde graven openbreken, zulks op hun eigen risico doen.
Als het echter slechts een zaak was die alleen maar de veiligheid van archeologen en hun familie betrof, dan zou het van weinig belang zijn wat ik u te zeggen heb. Maar dat is niet het geval. Het gaat om de veiligheid van de gehele wereld. Want van de uitgegraven graftomben van hoge en lage personen werden sommige op bovenomschreven wijze beschermd.

Als zo’n graf ontzegeld wordt dan komt daaruit een vloed van vastgehouden, schadelijke, slechte geesten over onze stoffelijke wereld.



Verzegeling van het graf van Toetankhamon

Elke mummie die uit zo’n graf gehaald en naar uw Europese en Amerikaanse musea gebracht wordt, neemt met zich mee de etherische schakel die hem met die machten verbindt en die zodoende hun schrikwekkende invloed blijven uitoefenen. Die invloeden benadelen de wereld op allerlei manieren, zo zelfs dat ze in de bestemmingen van hele volken verwoestend ingrijpen. Gij westerlingen kunt u daartegen niet beschutten en zij zijn sterker omdat zij onzichtbaar voor u zijn.

Als uw wereld eindelijk beseft dat in een aantal van die graven boze geesten opgesloten zijn, dan kan het wel te laat zijn; want dan zullen alle graven geopend en die duivelse wezens ontsnapt zijn. O.a. zullen zij verantwoordelijk zijn voor internationale samenzweringen.

Onwetendheid met de wetten van de natuur stelt de mens niet vrij van leed wanneer hij tegen die wetten zondigt; en onwetendheid met het bestaan van boze, magische krachten stelt uw eeuw niet vrij van de straf die uw onnodige indringing in hun rijken haar zullen opleggen.

Deze kunstmatig geschapen natuurgeesten zijn in deze eeuw in voldoende aantal losgelaten om de wereld te terroriseren van hun psychische rijk dat onstoffelijk genoeg is om onzichtbaar te zijn maar zo dichtbij dat het de levens der sterfelijken kan beïnvloeden. Wij die ons het geestelijk welzijn der mensen ter harte nemen, strijden tegen deze duistere machten op hun eigen niveau, maar volgens de wetten der natuur mogen wij hen evenmin vernietigen als levende mensen van wie wij weten dat zij gevaar voor hun medemensen opleveren. Onze macht om personen en instellingen onder onze speciale bescherming te nemen is beperkt.
  

Scarabeeën van zeepsteen (1500 v.Chr.)

De dingen die met de mummies uit de graven genomen zijn – zoals scarabeeën, juwelen, amuletten en bijbehorende zaken- dragen de invloed van deze graven met zich mee. Als deze laatste niet op magische wijze met boze geesten verbonden waren, dan zou het geen kwaad kunnen om ze te plunderen en de inhoud te vervreemden, maar als dat wel het geval is, dan zal het openen van die graven ongeluk en rampspoed brengen.

De gewone archeologen en Egyptologen echter weten deze dingen niet en daar ze deze twee niet kunnen onderscheiden, ontgraven zij zowel de ene als de andere. Laat de wereld deze boodschap ontvangen, hetzij dan dat zij zich erom bekommeren of niet; laat zij zich niet inlaten met graven, waarvan de mens de psychische aard niet begrijpt. Laat de wereld niet langer deze graven openen voordat ze voldoende kennis heeft verworven om de ernstige gevolgen van hun handeling te begrijpen.

De meeste koningen bezaten tot op zekere hoogte verborgen krachten, hetzij voor het goede hetzij voor slechte doeleinden, want zij waren daarin door de hogepriesters ingewijd.

Ptah Hotep
(oude beelden)

Oorspronkelijk werden de magische krachten om andere mensen te benadelen slechts uit zelfverdediging toegepast of om misdadige personen in hun boze opzet te hinderen, maar met de ineenstorting van de hoge idealen van Egypte werd deze kennis aangewend voor kwade doeleinden, b.v. om vijanden van op een afstand te krenken of hen die de magiër (of zijn meester) in de weg stonden te verwijderen. De kennis werd ook gebruikt om de graven te beschermen.

Het is mogelijk dat men door het openen van een oud Egyptisch graf onbewust in aanraking komt met ongeziene gevaarlijke krachten. Zelfs door het openen van het graf dat eens van een koning was die een goed karakter en grote macht bezat, kan ongeluk over de wereld komen als een straf voor verstoring van het graf van een vergevorderde ziel.

Toch zullen voorwerpen – scarabeeën b.v. – die uit zijn graf ontvreemd zijn, geen nadelige, maar integendeel een weldadige invloed uitoefenen. Is dit voorwerp echter in het bezit van een persoon met slechte gedachten, dan zal het hem niet helpen, want zijn weldaden zijn uitsluitend bestemd voor mensen die goede gedachten hebben. Hieruit ziet men dus hoe edel de ziel van de gestorvene was en hoe lang zijn geestelijke invloed voortduurt.


Koning Toetankhamen (Toetankhamon)  b.v. was een dergelijk mens. Hij bezat grote occulte kennis en een vergeestelijkte ziel.
Door het openen van zijn graf is leed aan de schenders veroorzaakt; en op onnaspeurbare wijze ook aan de wereld in het algemeen.

In de volgende jaren zal de wereld moeten lijden en boeten voor de ontwijdingen van Egypte’s doden, hoewel al dit ongeluk zal lijden tot geestelijk welzijn.
Ik herhaal nog eens dat vreemdelingen die terwille van verborgen schatten of overdreven nieuwsgierigheid die zich onder het mom van wetenschappelijk onderzoek voordoet, een oud land waar magie zo goed begrepen en beoefend werd, trachten uit te buiten, ernstige risico’s lopen.

In Tibet bevinden zich geheime graftomben van de grote Lama’s in Lhasa en dat is de reden waarom de Tibetanen er voor terugschrikken om vreemdelingen in hun land toe te laten.

Er zal echter een dag komen dat men de mensen zal toestaan deze tomben te zien en zich ermee te bemoeien, tot hun eigen nadeel natuurlijk.

In oude tijden was Egypte het voornaamste centrum van de kennis en beoefening der magie. Egypte zowel als Voor-India muntten uit in witte en zwarte magie, d.w.z. voor goede en kwade doeleinden. Nu nog hebben die machtige psychische krachten die in het verleden zijn losgelaten, invloed op het land en zijn volk – eveneens òf voor een verheven òf voor een slecht doel. Tot het laatste kan men b.v. rekenen ziekten als eczeem, die het gevolg zijn van kwade, magische invloeden, die nog in het land leven en levende Egyptenaren aantasten.

Anon-beeld

Laat deze waarschuwing door middel van uw pen horen. Nu zult u begrijpen waarom wij elkaar ontmoet hebben. Zelfs als men deze waarschuwing in de wind slaat en negeert, dan hebben toch ik en gij – als gij dit accepteert – onze plicht gedaan. De wetten der natuur kan men niet ongestraft negeren; maar zelfs die verontschuldiging zal men niet meer kunnen laten gelden.”

Zo eindigde de boodschap van Re-Mek-Hotep. Ik heb deze getrouw overgeschreven en hier gegeven voor wat ze waard is. “

Paul Brunton.

--------------------------------------------------------------------

Doeleinden van de Theosofische Vereniging


-  Het vormen van kern van universele broederschap der mensheid, zonder onderscheid van ras, geslacht, geloof of huidskleur.

-  Het aanmoedigen van de vergelijkende studie van godsdiensten, wijsbegeerten en wetenschappen.

-        Het onderzoeken van de onverklaarde wetten die in de natuur besloten liggen en van de vermogens die in de mens sluimeren.

***

TVN - Studiecentrum Assen-Odoorn gaat weer verder
in het NAJAAR van 2016 via SKYPE.

Zie voor het programma:  http://theosofie-assen.blogspot.nl

----------------------------------------------------------------------------